Straatfotografie wordt vaak geassocieerd met Z/W: de iconen van vroeger werkten allemaal in B&W (gewoon praktischer en goedkoper dan kleurenfilm) voor krachtigere foto’s met een verhaal. Kleur wordt vaak gezien als een afleiding, behalve als het iets toevoegt aan je verhaal.
Voor mij is het ook gewoon een praktische overweging: grote contrastverschillen, hooglichten, kleurzweem bij verschillende lichtbronnen en ruis bij hogere ISO’s, laten zich eenvoudiger temmen in zwart & wit dan in kleur.
Op YouTube vind je deze clip van COOPH met Alan Schaller over praktische tips voor monochrome straatfotografie:
Op verkenning geweest in Antwerpen-Centraal. Magere oogst na 2 uur rondlopen, maar toch één foto die de moeite loont om te tonen. Steeds onder het motto oefening baart kunst…
Fotograferen vraagt tijd en die tijd vinden in combinatie met een drukke professionele carrière is niet altijd eenvoudig. Enkele tips voor beginnende straatfotografen, kan je vinden in deze video van Sean Tucker, waarin hij Mo Barzegar voorstelt:
Welk objectief voor straatfotografie? Een veel gestelde vraag, waarop het niet eenvoudig is om een éénduidig antwoord te geven. Het hangt voornamelijk af van jezelf en je stijl!
Als je intiemere straatfoto’s wil, dan gaat je keuze eerder naar wat langere focale lengtes, zeker als je er niet van houdt om heel dicht bij je onderwerp te komen. Nadeel is een beperktere scherptediepte en meestal zijn de echte teleobjectieven gewoon ook een pak zwaarder.
Aan de andere kant als je meer van de sfeer en de omgeving wil laten zien, dan zal je geneigd zijn om te kiezen voor wat meer breedhoekobjectieven. Standaardobjectieven en voornamelijk breedhoeklenzen hebben een grotere scherptediepte, ook bij wijdere diafragma’s, dat is dan weer handig bij donkere lichtomstandigheden of kortere sluitertijden, die je vaak nodig hebt bij bewegende onderwerpen.
Zoomlenzen zijn wel handig omdat je direct kan inspelen op verschillende situaties, dichtbij en verderaf, zonder dat je van objectief moet wisselen. Ze zijn vaak wel groter en zwaarder, al zeker de lichtsterke varianten.
Een prime objectief (vast brandpunt) heeft dan weer heel wat voordelen: vaak kleiner, lichter en lichtsterker, focussen snel en vaak gewoon scherper als zoomobjectieven. Nadeel is dat je moet zoomen met je voeten, maar deze beperking maakt je wellicht creatiever. Je weet op den duur door ervaring op voorhand waar je moet gaan staan en of een beeld zal werken of niet. Je wordt meer gedwongen om na te denken over wat er wel en niet kan.
De ervaren straatfotografen gaan meestal voor een 28-35-50 mm prime, maar of dat ook voor jou goed is? Voor mij is het antwoord echter simpel: wat is het beste objectief? Wel, deze die op je camera zit… toch?
Voor velen is Henri Cartier-Bresson de ‘godfather’ van de straatfotografie. Hij is ook de auteur van de quote:
You don’t take a photograph, you make it! – Henri Cartier-Bresson
Hij introduceerde ook de term het beslissende moment (le moment décisif): het beslissende moment dat duidt op een visueel hoogtepunt dat samenvalt met een dramatisch hoogtepunt, timing dus. Verder was hij ook één van de founding members van Magnum Photos en notoir gebruiker van een 50 mm prime!
Hoe kan ik mezelf verdiepen in straatfotografie? Een project opstarten! Maar hoe, welk project? Wat research gedaan op het internet en toen kwam ik dit filmpje tegen op YouTube van Anete Lusina:
Het idee om straatfotografie wat meer onder de knie te krijgen door steeds terug te keren naar dezelfde plek over een langere periode, spreekt mij wel aan. Dan is het vinden van geschikte onderwerpen en composities alvast niet gehinderd door het gejaagd zoeken naar een interessante plek. Weerkeren naar eenzelfde locatie maakt het mogelijk om te focussen op het essentiële: licht en schaduwen, reflecties, standpunten, kleuren, etc.
Anete gebruikte steeds hetzelfde objectief voor haar project, namelijk een 85 mm prime. Mijn plan is om te beginnen met een breedhoek, dan via normaal te gaan naar een tele over de tijd. Startend met primes en dan met zoom-objectieven om te kijken wat mij uiteindelijk het beste ligt.
Het uiteindelijke doel is dus over een langere periode deze plek te bezoeken en de omgeving te verkennen om een beter oog te ontwikkelen voor straatfotografie.
Je echter beperken tot één enkele plek, gaat iets te ver voor mij. Wonend in de omgeving van Antwerpen, lijkt het stadscentrum toch wel voor de hand te liggen. Ik zal me dan beperken tot de driehoek in en rond het Centraal Station, de Grote Markt en omgeving tot aan het MAS in het Noorden.
Volgens mij heeft Antwerpen alles: kleur, grote glaspartijen, imposante gebouwen, zon en schaduw, passage en zoveel meer! Misschien ben ik bevooroordeeld?
Een weerspiegeling van het echte leven, daar draait het om bij straatfotografie. Op straat vind je namelijk van alles en het beweegt constant. Het is een manier om het dagelijks leven vast te leggen en dat is één van de redenen dat veel mensen zo gegrepen worden door mooie straatfoto’s. Een oude man die zijn stoep veegt, voetballende kinderen op straat, moeder en dochter die op de bus staan te wachten. Een goede straatfotograaf weet onze dagelijkse beslommeringen zo vast te leggen dat iedereen er geboeid naar kijkt. Foto’s met impact, quoi…
Als inleiding kan dat tellen! Zelf heb ik het ook al vaak geprobeerd, maar na een lange wandeling kom ik dan terug met niet meer dan wat ‘toeristische’ kiekjes. Ik moet leren kijken naar mensen, schaduwen, contrasten, reflecties en zo veel meer! Natuurlijk weet ik wel dat zelfs de beroemdste fotografen niet telkens een kunstwerk afleveren elke keer dat ze afdrukken, maar toch…
Leren zien… en harder werken om betere foto’s te maken. Wat inspiratie van Sean Tucker: